Ik stuitte onlangs op dit artikel van Hans-Peter Knegjes. Ik ken Hans-Peter al een tijd en, hoewel we sterk verschillen in politieke opvattingen, zoeken we regelmatig in dezelfde hoek naar oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken van deze tijd. In zijn artikel pleit Hans-Peter voor een reshuffle van het politieke landschap naar vier nieuwe partijen: een fatsoenlijke conservatieve partij (uit delen van CDA, VVD en PVV),
een sociaal-christelijke partij (uit andere delen CDA, en CU), een links-liberale partij (delen VVD, PvdA, D66, GL) en een echte linkse
partij (delen PvdA, SP en GL).
Ik ben het met hem eens dat de huidige partijen niet
meer passen op de kiezersgroepen van deze tijd en dat we deze vier kleuren kunnen onderscheiden binnen het Nederlandse politieke spectrum. Alleen is het hergroeperen van
politieke kleuren niet de oplossing voor het steeds weer opduikende
probleem van de kloof tussen kiezers en gekozenen. Maar het probleem is fundamenteler.
De staatsinrichting van Nederland
komt uit de tijd (1848) dat de telefoon nog niet bestond. In die ruim
170 jaar zijn er wel cosmetische veranderingen -zoals vrouwenstemrecht
en de rol van de koning- geweest; in de kern is het systeem niet
veranderd. Politieke partijen zijn instituties om een ideaal te
realiseren. Helaas passen de huidige politieke partijen net zo min bij
moderne democratie als kerken bij het geloof. Macht staat bij hen boven
beleving.
Burgers zijn tegenwoordig hoger opgeleid, beter geïnformeerd,
mondiger, hebben meer tijd en mogelijkheden om zich zelf in bestuurlijke
vraagstukken te verdiepen. Burgers eisen daarom ook meer inspraak. Er
wordt geen gehoor aan gegeven door de gevestigde partijen; het tast hun
machtsbasis aan.
Als je als burger niet gehoord wordt, ga je op zoek naar alternatieve
oplossingen. Dat begon met D66 zo’n 45 jaar geleden. Daarna zijn er
steeds nieuwe partijen geweest die kop opstaken omdat de bevolking door
het establishment niet werd gehoord, zoals SP, Centrumpartij, Unie 55+,
Leefbaar Nederland, LPF en natuurlijk de PVV. Geen van allen bleken zij
sterk genoeg om de macht van het establishment te doorbreken, zelfs niet
van binnenuit. De meeste bleken niet eens in staat om binnen het
machtsspel zich staande te houden. Die teloorgang heeft de bestaande
partijen in het politieke centrum gesterkt in hun mening dat ze het
democratisch proces niet hoeven te veranderen. Neem hun standpunt ten
aanzien van een onderwerp als een correctief referendum, en hun
machinaties om het burgemeestersreferendum te frustreren.
Pas als onze staatsinrichting rigoureus wordt hervormd met meer
(directe) zeggenschap voor de burgers, dan pas kan de vertrouwenscrisis
tussen kiezers en gekozenen worden opgelost.
Thursday, December 29, 2011
Subscribe to:
Post Comments
(
Atom
)
No comments :
Post a Comment